Utrechtse Heuvelrug moet zich nu wapenen tegen natuurbranden; urgentie groeit

Door klimaatverandering worden droge periodes langer en frequenter. Recente natuurbranden in Nederland laten zien dat het risico op onbeheersbare natuurbranden urgent, reëel en groeiend is. In de provincie Utrecht speelt het risico op natuurbranden vooral op de Utrechtse Heuvelrug, na de Veluwe het één na grootste aaneengesloten bossen heidegebied van Nederland. Kenmerkend voor het gebied is de grote verbondenheid tussen natuur en gebruiksfuncties zoals wonen, zorg en recreatie.

Om deze toenemende risico’s het hoofd te bieden, werken de provincie Utrecht (PU), de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), negen natuurbrandgemeenten* en terreinbeheerders, samen met bewoners en gebruikers van het gebied intensief samen aan een pakket van maatregelen dat gericht is op het voorkomen én beheersbaar houden van natuurbranden. In combinatie met een effectieve aanpak van natuurbranden moet dit zorgen voor een goede balans tussen veiligheid, natuurwaarden en gebruiksfuncties. Beschikbaarheid in capaciteit, financiën en wet- en regelgeving zijn bepalend voor het tijdpad van de uitvoering van deze maatregelen.

Hoofdcompartimentering om onbeheersbare natuurbrand te voorkomen

Eén van de maatregelen is hoofdcompartimentering (begrenzen van aaneengesloten gebieden) van het gebied. Het doel van compartimentering is om natuurbranden beheersbaar te houden, door ze – idealiter – af te remmen of te stoppen op natuurlijke of fysiek aanwezige grenzen (bijvoorbeeld bij bestaande wegen). Begin 2025 is een verkenning afgerond naar de mogelijkheden om bestaande infrastructuur als compartimeringsgrenzen te gebruiken. Voorbeelden daarvan zijn rijks en provinciale wegen, spoorlijnen, water en tracés. Uit deze verkenning blijkt dat het goed mogelijk is om de Utrechtse Heuvelrug op te delen in 29 compartimenten, begrensd door in totaal 182 kilometer aan infrastructuur. 

Uit een analyse van de begroeiing op en langs deze grenzen blijkt dat ongeveer een derde van deze begroeiing als een natuurlijke barrière werkt. Voor de overige twee derde zijn gerichte maatregelen nodig, zoals het verwijderen van brandbare materialen en het planten van loofbomen.

Brede aanpak natuurbrandbeheersing

De hoofdcompartimentering is onderdeel van een bredere noodzakelijke aanpak, waarin ook gebiedsgerichte risicobeheersing en risicocommunicatie een rol spelen. De samenwerking tussen PU, de VRU, de negen natuurbrandgemeenten en terreinbeheerders is het afgelopen jaar verder geïntensiveerd. De urgentie van natuurbrandbeheersing wordt door al deze partijen, die samen de Stuurgroep Natuurbrandbeheersing i.o. vormen, onderkend. Deze Stuurgroep wordt voorgezeten door burgemeester Frits Naafs van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, als bestuurlijk ambassadeur natuurbrand van de VRU en vertegenwoordiger van de negen natuurbrandgemeenten. In de Stuurgroep zijn PU, de VRU, de gemeenten, Staatsbosbeheer, Utrechts Landschap, Natuurmonumenten en het Utrechts Particulier Grondbezit bestuurlijk vertegenwoordigd. 

Het gebied van de Utrechtse Heuvelrug kent een grote verwevenheid tussen natuur en gebruiksfuncties, zoals wonen, zorg en recreëren. De urgentie is hoog en het is belangrijk dat het gebied veilig is en blijft, nu en in de toekomst, met een goede balans tussen veiligheid, natuurwaarden en gebruiksfuncties. Hierbij worden ook bewoners gestimuleerd preventieve maatregelen te nemen. Op de website van vru.nl/natuurbrand staan diverse handelingsperspectieven, bijvoorbeeld het aanleggen van een ‘firewise’-tuin. 

Deze gezamenlijke aanpak is noodzakelijk om het gebied weerbaarder te maken tegen natuurbranden. Alleen door nu te investeren in preventie en het inzetten van een pakket aan noodzakelijke maatregelen, zetten partners stappen richting een veiliger en beter voorbereid landschap, waarin mens en natuur beschermd wordt tegen de toenemende risico’s van natuurbanden. 

Vanaf 2026 vindt in het dorp en bosgebied Lage Vuursche een grondige analyse plaats volgens de gebiedsgerichte aanpak. Daarbij wordt gekeken naar de vegetatie, infrastructuur, het gebruik van het gebied en mogelijke risico’s, om tot passende maatregelen voor het hele gebied te komen. 

* De negen natuurbrandgemeenten bestaan uit: Amersfoort, Baarn, De Bilt, Leusden, Rhenen, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg en Zeist